Vroeger, toen het leven nog overzichtelijk en de verhoudingen nog duidelijk waren, kon je je kop in zijn geheel laten ombakken als ie niet beviel.
De overlevering meldt niet of het al dan niet bevallen aan de bezitter van de kop voorbehouden was, of dat ook anderen - een ontevreden echtgeno(o)t(e), een puberend kind of een boze buur - een opdracht of bevel tot overbakken kon uitvaardigen.
De procedure was even eenvoudig als geniaal: men nam plaats op een zetel, de aanstootgevende kop werd met een ferme zwaai van een kapmes van de romp gescheiden, op een bakplaat gezet en in een speciale oven volgens een geheim procede overgebakken. Verbetering gegarandeerd.
Tijdens het bakproces werd op het nekstompje tijdelijk een kool geplaatst (zie afbeelding) om leegbloeden te voorkomen.
T is jammerlijk dat het geheim van deze verjongings- en vernieuwingsmethode in de tijd verloren isgegaan, want allemachtig, wat zou er vandaag de dag veel vraag zijn naar zo'n eenvoudige wijze van transformeren.
De uitdrukkingen halve gare, misbaksel en heethoofd zijn de enige blijvende herinneringen aan deze praktijk, en het zal niet lang meer duren voor deze archaische scheldwoorden geheel uit de spreektaal zijn verdwenen.
(Getipt als vraag voor de volgende Grote Geschiedenis Kwis)
(Schilderij uit Muiderslot, ooit met liefde door iemand geschilderd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten