zaterdag 10 december 2011

Nieuw elan

Het crapuul krijst en trekt
takken van bomen
armen van mensen
het gemene volk belt mobiel
leutert en kauwt
gom op vol volume
je zit ertussen
zonder bewegen
je wilt lief en zacht zijn
aan vreugde denken
en dat ook zij allemaal
een moeder hebben
maar je zou met graagte
een moker hanteren
om die holle koppen
in te slaan en dan overgaan
tot de orde van de dag.

zondag 25 september 2011

Het boekenvak



Mrs Hyde leeft altijd mee met onze jongens overzee; soms met kromme tenen in haar pantoffels met pompon - beter bekend als hoerensloffen – maar toch: met al onze jongens (m/v) over zee, ook met de soldaten van het geschreven woord. Maar het is allemaal niet meer wat het geweest is.
Of, zoals Mrs Hyde zou zeggen: `Kijk nou uit je ogen, mop, je ken het toch niet níet zien? Of wel soms?’
Was het boekenvak, zeg maar `de literatuur’, vroeger een branche waarbij de leek die ervan hoorde of ermee in aanraking kwam (door een poster die een presentatie aankondigde, een signeersessie in een boekhandel, of bijvoorbeeld omdat iemand zelf een boek had gelezen) een Ohlala Ervaring beleefde vanwege het romantisch intellectualisme dat eraan kleefde; tegenwoordig is ook de mysterieuze wereld van Het Gedrukte Woord en zijn Makers geheel onttovert.
Laatste restje magie ging door het putje tijdens het recente optreden van onze Grote Schrijvers in China, waar de bestsellerauteur die zich voortbeweegt in een Langustini of Masturbati gewoon lekker eerlijk is als hij zegt dat hij in het Rijk van het Midden is om boekjes te verkopen, niet om polletiek te bedrijven; terwijl meer gerenommeerde literati zich verschuilen achter de schermen en daar heus wel wat doen hoor, of, als het echt niet anders kan, vanaf hun podium halfslachtig iets over de `vrijheid van het woord’ de zaal in werpen.
Vervelend vinden ze het best wel, logisch, goes without saying, dat hun collega’s in boekenbeursgastland China bar en boos behandeld worden, vanwege hun in geschriften uitgedrukte ideeën over het Menselijk Bedrijf in de gevangenis terecht komen of onder huisarrest geplaatst, maar wat kunnen zij daar nu aan doen? Niks, al zouden ze dat nog zo graag willen.
En bovendien, hadden ze allemaal wel begrepen tijdens hun verblijf: er is echt iets aan de hand in China, er gebéuren daar dingen. Je moest er zelf geweest zijn om dat in te zien.
Dat laatste nu, kon volgens Mrs Hyde niet anders worden opgevat als ironie.
Toch heeft ze het daar bij het verkeerde eind. Recentelijk immers had een Uitgever - dat is in het huidige tijdsgewricht steeds vaker een persoon die aan het hoofd staat van een organisatie die een listig op het lezerspubliek afgestemd kaftje om `goed verhaal’ heen lijmt cq. laat lijmen, en er voor zorgt dat er in het binnenwerk niet al te veel fouten zijn blijven zitten – zonder gene medegedeeld dat: `de lezer niks heeft aan ironie’.  
De lezer, dat moge duidelijk zijn, is als de consument: een non-descript maar desondanks maatgevend wezen dat bepaalt wat de handelaar in bedrukt papier de markt op slingert. Een internationaal  uniform wezen met door marketingmannetjes (m/v) gestroomlijnde verlangens, waar ook een rondreizend schrijverscircus zich aan dient te conformeren. Een wezen dat in ene moeite door oerHollands is én Chinees.
Homo universalis in een Espritje of een Bennetonnetje.
De Maker probeert schrijvenderwijs vooral excentriek te lijken, en origineel over te komen in praat- en andere shows, en als dat zo uitkomt zelfs empatisch en/of mededogend, want de Langustini/Masturbati lonkt. Er wordt hardop gedroomd van oplagen die een landhuis in Portugal mogelijk maken - ook al moeten daar zinnen voor geschreven worden in de trant van: zegt de Roomblanke Geile Vrouw tegen de Grote Neger: jij hebt een tropische verrassing voor mij in je onderbroek…
Kunst is tenslotte vandaag de dag, steeds meer ook voor de maker, en zeker voor de in de markt zetter ervan, gewoon handel, Koekenbakker. En China is een groeimarkt.
Oplage is gelijk aan kwaliteit. Vraag maar aan Halve Z.




donderdag 30 juni 2011

Parels en zwijnen



In een gezellige afbraakbuurt in Amsterdam zijn de vogels in de tuinen nog maar net begonnen met fluiten als de politie aanrukt om een groep krakers (jonge Portugezen en hun Nederlandse vrienden) uit hun huisjes te zetten. Dat gaat zonder overdreven geweld, de bewoners waren op de hoogte gebracht en slechts twee woningen zijn met de Franse slag gebarricadeerd.
Een van de meisjes (piepjong, blond) zegt: "We wisten dat het zou gebeuren, maar om ons nou van bed te komen trekken..."

Op staat is het inmiddels een drukte van belang tussen de glasscherven, de op straat gezette spullen, de politiewagens en de busjes van Rochdale: krakers, buurtbewoners, quasi bobo's van Overheidwege en de Woningbouw, legale inbrekers, slotenmakers, beveiliging, en allemaal polities.

Een van die polities (piepjong, blond) staat naast de parkeermeter tevreden toe te kijken hoe een van de deuren wordt opengebeukt. Achter hem staat een groepje krakers. Er gaat slechts dreiging van hen uit als je fobisch bent voor mensen in overwegend zwarte kleren.
Toch komt een vrouwelijke agent met ferme pas op haar jonge collega af en sist hem toe: "ze zitten in je rug!"
Er klinkt boze waarschuwing in haar stem. De jongen kijkt verschrikt over zijn schouder en zet een paar stappen naar voren.
"Ach", zeg ik, "je hoeft niet bang te zijn, ze doen niks. Ze zijn eigenlijk best aardig, ze zijn eigenlijk net als wij."
De agente kijkt me even aan en maakt dan een wegwerpgebaar met haar arm. Het zonlicht kaatst van de parelarmband die ze om haar pols heeft.

dinsdag 7 juni 2011

correctieve chirurgie avant la lettre


Vroeger, toen het leven nog overzichtelijk en de verhoudingen nog duidelijk waren, kon je je kop in zijn geheel laten ombakken als ie niet beviel.
De overlevering meldt niet of het al dan niet bevallen aan de bezitter van de kop voorbehouden was, of dat ook anderen - een ontevreden echtgeno(o)t(e), een puberend kind of een boze buur - een opdracht of bevel tot overbakken kon uitvaardigen.
De procedure was even eenvoudig als geniaal: men nam plaats op een zetel, de aanstootgevende kop werd met een ferme zwaai van een kapmes van de romp gescheiden, op een bakplaat gezet en in een speciale oven volgens een geheim procede overgebakken. Verbetering gegarandeerd.
Tijdens het bakproces werd op het nekstompje tijdelijk een kool geplaatst (zie afbeelding) om leegbloeden te voorkomen.
T is jammerlijk dat het geheim van deze verjongings- en vernieuwingsmethode in de tijd verloren isgegaan, want allemachtig, wat zou er vandaag de dag veel vraag zijn naar zo'n eenvoudige wijze van transformeren.
De uitdrukkingen halve gare, misbaksel en heethoofd zijn de enige blijvende herinneringen aan deze praktijk, en het zal niet lang meer duren voor deze archaische scheldwoorden geheel uit de spreektaal zijn verdwenen.
(Getipt als vraag voor de volgende Grote Geschiedenis Kwis)

(Schilderij uit Muiderslot, ooit met liefde door iemand geschilderd)

maandag 30 mei 2011

Verward materiaal

Ze was groot, bijna een kop groter dan ik, en mager. Ze liep met haar schouders opgetrokken. Dat accentueerde het stokachtige van haar lichaam. Ze had vrijwel geen kont, nauwelijks borsten en geen noemenswaardige heupen. Ze had een jongenslichaam; en dat starre, vreugdeloze lijf stond daar bewegingloos op het asfalt. Te staren naar een koe in de wei, die haar aankeek zoals koeien dat zo goed kunnen: uitdrukkingsloos, dommig maar ook wel lief. De angst die zich van haar meester maakte was voelbaar als ochtendmist. Suze heette ze, Suze Mathijsse. Ik kende haar niet goed, ze liet zich niet goed kennen. Tot het moment dat ze overvallen werd door een verlammende angst voor een koe.
`Ik durf er niet langs, ’ zei ze met de stem van een meisje van vijf, zes.
`Kom, dan hou ik je hand vast en doen we het samen, ’ zei ik, moeiteloos moeder wordend.
`Nee, ik durf niet.’ Ze sloeg mijn uitgestoken hand weg.
Ik ging zo dicht naast haar staan als ze duldde en praatte zachtjes tegen haar.
`Die koe die doet echt niks hoor. Kijk nou naar die ogen, hoe ze kijkt, dat is toch alleen maar nieuwsgierig. Koeien zijn echt heel lieve dieren, die doen niks. Dat moet ook wel, anders zou een boer ze toch nooit kunnen melken? Kijk naar die lieve haartjes aan haar oren, en dat zachte nat op haar ronde neus. Heus, dat beest doet je niks, echt niet.’
Langzaam voelde ik haar ontspannen. Ik probeerde te doen alsof het helemaal niet ontluisterend was, een volwassen vrouw die niet langs een koe aan de andere kant van een sloot achter een prikkeldraadversperring durft. Een volwassen vrouw die plotseling praat met de stem van een kind. Ik babbelde maar door over hoe mooi en mensvriendelijk koeien wel niet waren en merkte hoe ze steeds meer verslapte. Plots zette Suze er de sokken in en met reuzenpassen rende ze de koe voorbij. Toen ze op veilige afstand was, keerde ze zich om: blosjes op haar wangen, zweet op haar voorhoofd.
`Kom, kom, vlug,’ riep ze. `Kom’.
Ik snelde op haar af. Ze gaf me een hand en samen renden we verder. Later die dag vertelde ze me dat ze een kind had van haar vader. Een zwakzinnig kind. Een meisje dat op haar leek, maar waar ze toch vooral steeds haar vader in zag. Een kind dat opgroeide in een instelling. Een kind waar ze met man en macht van probeerde te houden. Jaren nadat we elkaar uit het oog verloren waren – hoe word je vriendinnen met een vrouw die bang is van een koe achter prikkeldraad? – kreeg ik een kaartje dat het kind overleden was. Twaalf was ze geworden, de dochter van Suze en haar vader. Ze was gestorven aan verward erfelijk materiaal.

donderdag 12 mei 2011

Achterstandswijk




                         Door trappenhuis schalt mannenstem bevel:
                         `als ik zeg zet je fiets binnen dan zet je je fiets binnen’.
                         Brult tegen zijn vrouw die als een elf
                         met verschroeide vleugels
                         al niets meer tegenwerpt
                         dan zacht zoemen.

                         Zijn het mensen soms in rare lappen?
                         Uit een oord van ver en vreemd?

                        Nee, niks niet, gewoon
                        drie hoog achter Amsterdam,
                        wit en twee keer per maand naar de kapper,
                        een huisbar en krukken met biezen matten -
                        gezellig van vroeger nog, jaren zestig, jong.
                        Eens per jaar Costa Blanca, Brava, altijd zon,
                        soms tussendoor midweekje Sporthuis.
                        Verder boodschappen doen bij de Dirk,
                        het uitdijende lichaam
                        in een veel te krappe jas.

zondag 1 mei 2011

PVV Partijkantoor



Pandje dat gekocht is als beoogd partijkantoor voor de PVV.
Wordt op de eerste verdieping. 

Eerste richtingaanwijzing is aangebracht.